Referenties

Met een referentie kan gerefereerd worden aan de waarde van een kolom of een variabele met het doel deze te mengen (eng. merge) in de overige tekst. De waarde kan zowel numeriek als een string zijn. Een referentie wordt gemaakt door de naam van een kolom of variabele tussen rechte haken te plaatsen. De rechte haken kunnen hierbij gelezen worden als: de inhoud van. Eventueel kan aangegeven worden welke tekens van de waarde moeten worden afgedrukt met [>start#len#prec Name] waarbij Name een VariableName, ColumnName of een Expressie kan zijn. Hiermee worden maximaal len tekens afgedrukt van de waarde van Name waarbij gestart wordt na de eerste start tekens en worden er (indien Name van het drijvende kommatype is) prec cijfers achter de komma vermeld. Indien >start, #len of #prec niet zijn vemeld gelden standaard waarden. De standaardwaarden zijn: start=0, len=length([Name]) en prec=2 waarbij een komma (,) gebruikt wordt als decimaal scheidingsteken en de punt (.) voor de scheiding van de duizendtallen. De standaardwaarden kunnen gewijzigd worden met de FormatFloat functie waarmee andere waarden voor duizendtal en decimale scheidingsteken alsmede het aantal cijfers achter de komma (lees: het decimale scheidingsteken) kan worden opgegeven.

De evaluatie van Name vindt plaats in de volgorde: VariableName, ColumnName, Expressie. Indien Name de naam van een variabele is dan wordt de waarde afgedrukt. Indien Name echter de naam van kolom is in de huidige query dan wordt de waarde van deze kolom afgedrukt waarbij * en ? als 'wildcards' of jokers opgevat worden. Indien er echter geen enkele kolomnaam past dan wordt getracht om Name uit te werken als een expressie en het resultaat (een getalswaarde) afgedrukt.

Met de zogenoemde string-aanwijzing ($) zoals in [$>start#len#prec Name] wordt Name opgevat als de naam een met String gedeclareerde variabele. Hierbij kan Name de tekens * en ? bevatten om in alfabetische volgorde de eerst passende StringVarName aan te duiden. Indien Name niet voldoet aan een StringVarName dan wordt de referentie vervangen door de lege string.
Opm: Tot en met versie 024 vond de evaluatie van Name plaats in de volgorde van: VariableName, ColumnName, StringVarName, Expressie.

In referenties mogen expressies worden gebruikt maar er wordt aanbevolen om dit zoveel mogelijk te beperken. Om de leesbaarheid van modellen te vergroten wordt aanbevolen om alle berekeningen in de modelaanwijzingen uit te voeren en de referenties enkel voor afdrukken te gebruiken.

Referenties kunnen toegepast worden in de tekstblokken van een model en in de MergedString argumenten van sommige functies en opdrachten.

Voorbeeld:
{
String test
twee = 2
drie = 3
a = 123.456
len = length([a])
Copy(test,a = [>twee#len#drie a]); //MergedString
}

[a] (123.46)
[##3 a] (123.456) of [##drie a] (123.456)
[>2 a] (3.46)
[>2#len#drie a] (3.456)
[>twee#len#drie a] (3.456)

[test] (a = 3.456)
[$te*] (a = 3.456)