FaxDocument Faxfunctie

Met FaxDocument wordt de bestandsnaam van het te faxen document ingesteld en eventueel een naam zoals die vermeld dient te worden in de faxwachtrij. De functie resulteert in de waarde TRUE indien succesvol en anders FALSE.

FaxDocument(FaxVarName, DocumentFileName, DisplayName)
FaxDocument(FaxVarName, DocumentFileName)

FaxVarName (MergedString)
In FaxVarName wordt de naam van een met Fax gedeclareerde variabele vermeld in de vorm van een VariableName.

DocumentFileName (MergedString)
In DocumentFileName wordt de bestandsnaam of padnaam opgegeven van het te faxen document.
Het te faxen document dient onder Windows te kunnen worden uitgeprint met een geregistreerde extensie zoals .rtf, .doc en .pdf. Het meest geschikt is het pdf formaat omdat de schermlay-out dan overeenkomt met de lay-out van het gefaxte document.

DisplayName (MergedString)
In
DisplayName wordt de naam opgegeven zoals deze vermeld dient te worden in de faxwachtrij. Indien DisplayName niet wordt opgegeven dan wordt DocumentFileName vermeld in de faxwachtrij.

Voorbeeld:
{
 AdoQuery "Provider=FaOleDb.FaProv;Data Source=demo.adm",AdoMail
 Fax mFax
 FaxConnect(mFax,"servername")
 FaxDocument(mFax,Folder.pdf)
 FaxSender(mFax,0020-1234567,Demo Firma)
 AdoMail
 OpenTable(Debiteuren.idx)
 Do
  FaxReceiver(mFax,[FaxNr],[Naam])
  FaxSend(mFax)
 Od
}